We zijn er al helemaal aan gewend. Wanneer je door Nederland reist zie je het ene akkerland na het andere. Keurig aaneengeschakelde landbouwgronden, elk met z’n eigen gewas of vee. In totaal wordt in Nederland ongeveer 67% van alle grond gebruikt voor landbouw. We staan zelfs wereldwijd bekend om onze intensieve en efficiënte landbouw.
Wat je wel eens kan vergeten is dat Nederland er niet altijd zo uitzag. Er zijn zelfs mensen die de huidige landbouwgronden als natuur beschouwen. Het tegendeel is helaas de realiteit. Onze efficiënte landbouwmethoden betekenen namelijk dat alles wordt gedaan om de productie van een enkel gewas zo hoog mogelijk te laten zijn. Grote velden met één soort gewas, ook wel monocultuur genoemd, geschikt voor landbouwmachines en die worden bespoten zodat het gewas niet wordt aangetast door ongedierte of wordt beconcurreerd door onkruiden. Misschien is het nu beter voor te stellen dat bijvoorbeeld de bij moeite heeft met overleven. Het merendeel van het Nederlandse grondoppervlak is immers vergif.
Regelmatig komen er beelden voorbij van de kap van tropische oerwouden om ruimte te maken voor landbouw, zoals bijvoorbeeld de palmolie plantages op Borneo. Schandalig uiteraard. Een systeem van duizenden jaren oud vernietigen voor een beetje economisch gewin. Vergeet echter niet dat in onze omgeving dit proces allang geweest is. De mens heeft de natuur in Nederland volledig overgenomen en ingeruild voor landbouw en kleine eilandjes waar de natuur niet meer zichzelf kan zijn maar beheerd moet worden.
Hoewel we moeten zien te voorkomen dat nog meer oerwouden worden gekapt, kunnen we ons tegelijk inzetten om onze onnatuurlijke landbouwgronden weer één te laten worden met de natuur. Een samenwerking in plaats van een strijd. Eén van de manieren om dit te doen is het voedselbos. Een systeem waar wij al eerder over hebben geschreven. Het is niet het ultieme middel welke als enige moet worden ingezet. Maar om de huidige landbouw te transformeren naar een duurzaam systeem, zullen we meerdere middelen moeten gaan inzetten. Net zoals de duurzame energie transitie het niet van één technologie zal hebben. Samen staan we sterker!